Daar staat ze. Op het bordes voor Museum van Loon aan de Keizersgracht. Ze draagt een classy Audrey Hepburn zonnebril en een sportief-elegante kaki broek. Hier is ze gisteren getrouwd. Met de zachtaardige, slimme krullenbol die naast haar staat. Zijn vader blies het ‘Daar Komt de Bruid’ op een bugel, een soort trompet maar dan mooier. De tonen, dieper en melodieuzer dan die van een trompet, weergalmden over de gracht. Bruid en bruidegom kwamen gearmd aangelopen uit de richting van het Amstelveld. Glazenwassers hielden stil, de toevallig aanwezige bezoekers van het Museum stonden ademloos in de hall. Pa was emotioneel en miste een toon hier en daar. Wat het nog mooier maakte.
Na de ceremonie zijn er taart en bubbels in de binnentuin van weleer gelegen tussen het Museum aan de Keizersgracht en het koetshuis aan de Kerkstraat. De Russische familie en vrienden van de bruid dragen hun hoeden met linten met dezelfde overgave als dat ze drinken van de Crèmant de Bourgogne. De Nederlandse afdeling speecht. De bruidstaart in drie lagen witte fondant gevuld met fijne frambozen, crème en cake is klassiek gedecoreerd met roosjes en trossen van wit suikergoed en wedijvert lustig om het predikaat eervolle vermelding met de wit satijnen mouwloze bruidsjurk, voorzien van swaroski ’beslag’ en een sleepje.
Simpelweg de sprookjesachtige dream of the big day come true.
Aan het einde van de middag gaan we allemaal zoetjes aan over tot de orde van de dag. De Nederlandse gesprekken komen op de Mc Donalds en de Burgerking. Niet veel later vertrekken de gasten voor een diner in een restaurant één gracht verder. De taart is op, de Crèmant bijna, we ruimen de laatste cateringspullen in mijn auto. Ik laat iets vallen. Het is de bruidegom. Degene die bedoeld was als ornament op de taart but never made it there omdat de witte rozen van suikergoed daar op zichzelf zo mooi rustten. Het gipsen beeldje wordt door de val onthoofd. Ik schrik. ‘Dat is voodoo’, roep ik uit. ‘Nou ga dat maar ‘ns googlen, hoe je het effect daarvan ongedaan maakt’ roept mijn collega.
Hou ik dan niet van trouwen?
Niet van mannen?
Niet van andermans geluk?
Ik schaam me. Vooral omdat ik geloof in de realiteit van wat er gebeurt. De volgende dag word ik gelukkig verlost. Fairy tales & voodoo, same same is het besef dat ‘t ‘m doet.
Als ik nu dan bij het statige bordesje aan kom fietsen vanaf de kant van de Vijzelstraat, daalt het prille paar af van belle etage naar straatniveau. Het neemt de paar overgebleven flessen Crèmant van me in ontvangst en ze overhandigen me een mooie tip. Ik ben ze dankbaar en van emotie pink ik een traan weg. Niet veel later rijd ik weg van het sprookjesachtige Museum. Ik keer terug op mijn eigen weg, richting de Vijzelstraat en zij op de hunne, richting het Amstelveld.
Voodoo heb ik even opgezocht. Ik lees geïnteresseerd dat Benin het enige land ter wereld is waar vodou (Franse spelling versus het Amerikaanse voodoo) de nationale religie is. SInds 2003 is het ook in Haïti, waar vodou vandaan komt, een officieel erkende religie. Het woord stamt vermoedelijk af van ‘vous deux’ (jullie twee) wat ik direct in verband breng met de twee gedaantes van mens en pop, maar wat geïnterpreteerd dient te worden als twee-éénheid: ‘mens en god’. ‘Going together like a horse and a carriage.